Uitleg over mineralen
V oor
de opbouw en instandhouding van ons lichaam zijn niet alleen
eiwit, vet, koolhydraten en vitamines nodig. Mineralen vormen
een minstens zo belangrijk onderdeel van onze voeding. Calcium,
natrium, kalium, fosfaat, ijzer, magnesium, zink en chroom zijn
enkele belangrijke mineralen voor ons lichaam. We hebben echter
maar zeer kleine hoeveelheden nodig, zodat we niet naar de
ijzerwarenwinkel hoeven voor onze boodschappen.
Calcium:
Voor het ontwikkelen en
instandhouden van sterke botten is calcium van vitaal belang.
Tevens zijn calciumionen betrokken bij bloedstolling, overdracht
van zenuwprikkels en spiercontractie.
IJzer: IJzer
is een bestanddeel van hemoglobine en myoglobine. Het is dus een
belangrijk onderdeel van onze voeding omdat het nodig is voor
onze zuurstofvoorziening. Verder is ijzer aanwezig in enzymen
die een rol spelen bij oxidatieve reacties.
Natrium:
Gebruik van veel natrium in de voeding is een risicofactor voor
het ontstaan van een hoge bloeddruk. Het is aan te bevelen niet
meer dan 3,5 gram/dag te nemen.
Kalium: Er is
niet veel onderzoek gedaan naar de behoefte aan kalium. De
minimumbehoefte wordt op 1,6-2 gram/dag geschat. Mede daarom is
de aanbevolen hoeveelheid op 3,5 gram/dag gesteld.
Water: Water is het transportmiddel
voor voedingsstoffen en stofwisselingsproducten. Bijna alle
stofwisselingsprocessen |