Uitleg over koolhydraten:
De koolhydraten zijn voor de
energievoorziening van ons lichaam zeer belangrijk. Ze worden
uit ons voedsel gehaald en omgezet in glucose. De glucose kan
vervolgens op de volgende plaatsen terechtkomen:
- Opgeslagen als glycogeen in
de lever en spieren.
- In het bloed als
energieleverancier.
- Omgezet en opgeslagen als
vetreserves.
De hoeveelheid energie die
benodigd is voor de rode bloedlichaampjes en ons zenuwstelsel
zijn bepalend voor de glucosebehoefte. Alle andere weefsels en
organen kunnen behalve via glucose ook op andere manieren in hun
energiebehoefte voorzien.
Onverteerbare en verteerbare
koolhydraten:
Ons lichaam is niet in staat alle
koolhydraten te benutten. Daarom spreken we van verteerbare en
onverteerbare koolhydraten. Verteerbare koolhydraten bevatten
meestal een combinatie van mono-, di-, en polysachariden, maar
soms ook slechts 1 soort sacharide. Onverteerbare koolhydraten
noemen we voedingsvezels. De hoeveelheid verteerbare
koolhydraten die een volwassene minimaal nodig heeft, ligt
tussen de 50 en 100 gram per dag. We hebben een
minimumhoeveelheid nodig om hyperuricemie en een verlies van
kationen te voorkomen. De behoefte aan koolhydraten is op circa
180 gram per dag gesteld. Deze hoeveelheid wordt ongeveer per
dag door onze rode bloedlichaampjes en het centraal zenuwstelsel
verbruikt. Als we ongeveer 10% van onze energie uit eiwit halen
en 30-35% uit vet dan blijft er zo'n 55% over voor de
koolhydraten. Bij een energiebehoefte van bijvoorbeeld 2200
kcal. betekent dit zo'n 1200 kcal. oftewel 300 gram
koolhydraten. Dus als je niet heel wat meer dan 35% van je
energie uit vet haalt is de behoefte aan koolhydraten al gauw
gedekt. |